FotDeCraeneBartAnyaGezin2020 2PRIEM Tijs en Jessica 

Stad:  Vaidei

Land: Roemenië

E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Website:  www.pelunca.ro
Project:  Pe Lunca

 

 

Tijs (12/04/1985), bijna 30 jaar, en Jessica (08/01/1987) – twee jaartjes jonger – woonden in hun jonge jaren in Poperinge, verhuisden enkele jaren geleden naar Zonnebeke (bij Ieper) en wagen nu een grotere sprong: ze vertrekken naar Roemenië. Ze nemen daar het werk in de hulpverleningsorganisatie ‘Pe Lunca’ over, dat in 2012 werd opgericht door Johan en Marijke Van Vliet. Het woord betekent ‘op het veld’, en het project is gevestigd in Vaidei, wat in het Nederlands ‘Weidendorp’ betekent. Het doel van het initiatief is kansarmen waar mogelijk te helpen met voedsel, kleding en scholing. Toch gaat het verder dan materiële hulp. Het is immers evenzeer de bedoeling om de mensen ter plaatse een waardig leven te geven en waarden en normen bij te brengen waardoor ze vooruit kunnen komen. Het werk van Pe Lunca wordt gedaan vanuit de inspiratie van het evangelie, en je mag het dus gerust ook een evangelisatieproject noemen. Het ‘publiek’ bestaat vooral uit Roma, en die Roemeense zigeuners worden door de rest bevolking als minder dan een hond worden beschouwd – en dat wil wat zeggen in een lang waar veel zwerfhonden leven die slecht behandeld worden…

Verhuizen naar een ander land, het is altijd een stap in het onzekere. We hadden een openhartig gesprek met Tijs en Jessica, enkele weken voor hun vertrek, over zending, roeping, onzekerheden en idealen … Als je de jeugd van Tijs bekijkt, dan is het zeker geen evidente keuze om zendeling te worden – zelfs het feit dat hij christen werd zou je een wonder kunnen noemen. Opgegroeid in moeilijke omstandigheden, al vroeg aan drugs verslaafd geraakt, herhaaldelijk in problemen gekomen door agressief gedrag en uiteindelijk geprobeerd zelfmoord te plegen. Tegen alle verwachtingen in overleefde hij die poging, al gaven de dokters hem aanvankelijk zo goed als geen kans om verder normaal te kunnen functioneren. Maar op het diepste punt in zijn leven ontdekte hij Jezus. ‘Het was precies een waterval van liefde’ omschrijft hij het zelf – liefde die hij zo vaak had moeten ontberen tijdens zijn jeugd. Tegelijk is het ook niet zo vreemd dat Tijs en Jessica naar het buitenland vertrekken. Al voor hun bekering liet de miserie die je overal ter wereld tegenkomt hen niet onberoerd. Tijs: ‘We hadden al lang het verlangen gehad om – in plaats van zo maar eens op reis te gaan – daadwerkelijk iets te gaan doen aan de ellende in de wereld. Het lag dus op ons hart, maar het werd pas concreet toen we tot geloof gekomen waren. Een van de eerste dingen die we toen gedaan hebben, is een missions

convention in Zaventem mee maken. We wisten eigenlijk niet eens wat we daar moesten verwachten, maar we waren onmiddellijk enthousiast. Op die conferentie sprak ook Dirk Weyts, zendeling in Roemenië. Achteraf zijn we met hem gaan praten en dat land liet ons niet meer los – maar op dat moment waren we nog maar amper 1 maand bekeerd …’ Om de plannen concreet te maken, brachten ze een bezoek aan het project van Dirk en Nicole Weyts en werkten ze er twee maanden mee. Dat was een aangename ervaring, maar het gaf niet de indruk dat God hen daar wilde hebben. Vanuit Vlaanderen deden Tijs en Jessica hun best om financieel bij te dragen aan het werk in Roemenië, door benefiet-avonden en dergelijke. Maar tijdens een midweek in de Ardennen – een tijdje rust in een heel drukke periode – vonden ze de tijd om samen over de toekomst te praten en te bidden. Daar viel de beslissing om toch werk te maken van de stap naar het buitenland, bij voorkeur via het systeem van het EVS (European Voluntary Service), een initiatief van de overheid om jonge mensen de kans te geven maximaal 1 jaar betrokken te zijn in ontwikkelingswerk en een financiële tegemoetkoming te krijgen.. Ze wilden daarmee ook stappen in geloof gaan zetten. De eerste tegenslag was dat het bericht dat het project van de familie Weyts niet meer onder het EVS-systeem viel, dus die deur ging dicht. Kort daarna kwam er een ander bericht uit Roemenië, van Johan en Marijke Van Vliet, die onlangs een project waren opgestart maar om gezondheidsredenen moesten terugkeren naar België. Zij waren dus op zoek naar mensen om hun taak over te nemen. Heel wat gebeden en skype-gesprekken later, was de overtuiging gegroeid dat dit de plaats was waar God hen naartoe riep. Kleine kinderen zijn Jessica’s passie. Niet alleen omdat ze er zelf twee heeft – de jongste werd kortgeleden geboren – maar ook omdat ze kleuterleidster is. De afgelopen jaren heeft ze in school heel wat ervaring opgedaan, die ze kan gebruiken in Roemenië. ‘Toen we bij Dirk en Nicole waren, heb ik in die maanden ook meegeholpen in het kinderwerk en ik zou graag in het dorpje waar we nu naar toe gaan de kindjes van de straat halen – waar ze maar verloren lopen en niets te doen hebben. We hebben dus al wat verf aangekocht en knutselspullen om met hen bezig te zijn. Ze zijn welkom om bij ons te komen spelen – we hebben in de loop van de jaren al heel wat speelgoed verzameld. Tegelijk willen we hen ook de gelegenheid gaven om het woord van de Heer leren kennen’. Tijs: ‘Zelf zou ik ook graag met de jeugd aan de slag gaan. Ik heb houtbewerking gestudeerd, en ik werk dus graag met hout. De jeugd daar heeft weinig kans op werk en hun zelfbeeld is heel laag. Ik hoop ze dus iets aan te kunnen leren, waardoor ze meer mogelijkheden krijgen. Sport is ook belangrijk voor mij – ik doen al bijna 10 jaar thaibox – en ik denk dat je via de sport veel dingen kunt bereiken op het vlak van waarden en normen. Om een voorbeeld te geven: hier weten we dat wanneer je voetbalt, je als een team moet samenwerken. Ik denk dat als je ze daar een bal geeft dat ze binnen de vijf minuten al op de vuist gaan. We kunnen ze dus nog wel wat bijbrengen … We zullen niet altijd op een rechtstreekse manier met de Bijbel zwaaien, maar we hopen dat ze op een indirecte manier de Heer zullen mogen ervaren. Hoe meer openheid er komt, hoe meer wij kunnen getuigen’. Tijs en Jessica hebben het voordeel dat ze in een bestaand project kunnen instappen, en dus niet vanaf nul moeten beginnen. De zaken die Johan en Marijke voordien deden, zoals voedsel en kleding uitdelen, zullen ze dan ook voortzetten. Wat er verder gaat gebeuren? ‘We willen luisteren naar wat God van ons vraagt. Goede werken zijn goed, maar het gaat in de eerste plaats om Gods werk. In het eerste jaar is er hoe dan ook een samenwerking met Dirk en Nicole. Zij hebben ook helpende handen nodig, zeker nu ze geen vrijwilligers via EVS meer krijgen. Op die manier kunnen

wij ook de taal en de cultuur beter leren kennen’. Jessica: ‘Elke cultuur is anders en we zullen moeten leren hoe we het best met de mensen omgaan'. Is zending een avontuur? Jessica: ‘Natuurlijk hebben we zelf regelmatig vragen over hoe het moet gaan. Maar we hebben de laatste tijd regelmatig mensen ontmoet die ons bemoedigen en die ons steunen. Op de momenten dat we ons afvragen: Heer, zijn we wel op de juiste weg”, komt er wel iemand op ons pad – die we soms totaal niet kennen – die ons wil helpen, en dan bemoedigt ons dat. En zo willen we onze weg verder gaan en doen wat God van ons verlangt’. Wat betekent het nu eigenlijk, concreet, op zending vertrekken? Tijs: ‘Gaan en doen wat God van je vraagt. Ik denk dat iedereen een zendeling is, ook al blijf je gewoon thuis. Het is gewoon de opdracht van de Heer om het evangelie te brengen, of het nu hier of in een ander land is, op je werk of tegen je buurman. Maar we denken dat de Heer ons roept om naar Roemenië te gaan’. Welke invloed kun je als zendeling hebben in het land waar je werkt? Tijs: ‘Je kunt niet het hele land bereiken, zelfs niet het hele dorp waar je actief bent. Je kunt niet alles veranderen, maar je kunt wel kijken wat je kunt doen’. Jessica: ‘Er zijn veel kleine dingen waarmee je de mensen gelukkig kunt maken, en ook al zijn het maar kleine beetjes, hun leven wordt er beter en gelukkiger door. Wij wensen elkaar met nieuwjaar al het beste toe, en alles wat je maar wenst, maar zij hebben daar niets van wat ze wensen. En dan ben ik al blij dat we kleine dingen kunnen veranderen’. Is Roemenië, een Europees land dat in feite nog niet zo heel ver van ons vandaan is, wel een zendingsland? Uiteindelijk denken we bij zending in de eerste plaats aan andere continenten, zoals Azië, maar in de eerste plaats toch ook Afrika. Jessica: ‘Ja, iedereen denkt altijd aan Afrika, maar wij waren eigenlijk geschrokken van de situatie in Roemenië, zo arm! Niet alleen de zigeuners, maar ook de andere inwoners. Ze verdienen per maand amper 250 of 300 euro. Nu, wij zullen daar ook van het minimum leven, want we willen zoveel mogelijk in de werking steken. Maar we vinden het leuk om eenvoudig te leven. Natuurlijk willen we wel ons huisje en willen we het warm hebben in de winter. Je helpt er ook niemand mee door zelf op straat te gaan leven, daar wordt niemand beter van. Maar meer dan we echt nodig hebben, hoeven we niet.’ Tijs: ‘Als je die zigeunerkampen ziet, dan kan je die alleen maar vergelijken met wat je in Afrika ziet. Kleine huisjes, geen straten maar aarden wegels. En bovendien kan het daar dan ook nog eens vriezen tot –20° of –30°. De mensen passen ze zich aan, maar dat wil niet zeggen dat ze heel gelukkig zijn als het zo koud is’. Zending betekent de zekerheid loslaten en in de onzekerheid starten. Of toch ook niet, want er is altijd de zekerheid dat God voor Zijn kinderen zorgt. Een van de moeilijkste zaken voor Tijs en Jessica is dat ze vertrekken met heel kleine kinderen. Zelf zullen ze hen moeten onderwijzen in het Nederlands, en de rest zullen ze moeten leren in Roemeense scholen. Jessica: Wat gezondheidszorg betreft, is het hier in Vlaanderen natuurlijk heel gemakkelijk om naar een dokter te gaan, en die dingen, maar de mensen blijven daar ook in leven en we vertrouwen er op dat alles goed zal gaan. Voor de rest zien de jonge zendelingen geen onoverkomelijke obstakels en is de roeping duidelijk: ‘Ik heb 26 jaar geleefd zonder God en toen ging het van kwaad naar erger. Maar ik heb de Here leren kennen, en het kan niet anders dan wanneer je een aanraking met God hebt gehad, dat je Hem wilt volgen en dat is wat we willen’, aldus Tijs. ‘Natuurlijk, de laatste tijd begint het ook emotioneel wel zwaarder te worden. Het zijn de laatste dagen van mijn werk, dat is toch een hoofdstuk dat je moet afsluiten en dat is niet altijd even gemakkelijk. Maar Jezus zegt: “Volg mij” en dan doen we

dat’. Jessica: ‘We hebben altijd gezegd: we gaan er voor. Natuurlijk is er soms wel de angst en de twijfel. Familie en vrienden laten merken dat ze je gaan missen, dat maakt het allemaal wel wat moeilijk, maar uiteindelijk, hoe meer dat de dag dichterbij komt; hoe meer dat we er naar uitzien’. Twijfel zal er waarschijnlijk altijd wel zijn voor wie in een zendingsavontuur stapt. Het zal immers niet altijd rozengeur en maneschijn zijn. Goede ondersteuning is daarom ook noodzakelijk. Niet alleen in geld, maar ook geestelijk. Tijs: ‘We zijn blij dat we een goede gemeente (Effatha uit Staden) achter ons hebben staan. Het is belangrijk dat we daar ook echt uitgezegend worden, en dat we weten dat het een thuisbasis is waarop we kunnen terugvallen. Daar kunnen we af en toe landen om de batterijen op te laden’.

Ondertussen is het al vijf jaar en half geleden dat we Belgie achter ons lieten en verhuisden naar Roemenië. In die vijf jaar en half is er dus inderdaad al heel wat gebeurd en groeide de werking aanzienlijk. Zo hebben we heel wat projecten draaiende, en samen met onze vaste vrijwilligers zetten we nog steeds ons beste beentje voor om alles op de rails te houden.

Waar we vijf en half jaar geleden mee begonnen was kinderwerking in Romos, en kledij bedelen. Aan de hand van sociale enquêtes die we van eenieder persoonlijk afnamen (en jaarlijks vernieuwen), werden kledij pakketten gemaakt en bedeeld. Dit was en is ontzettend veel werk. Gelukkig hebben we hier Alina voor die dit nu grotendeels volledig op haar neemt. En zomaar de pakketten gaan afleveren wordt zelden nog gedaan, alleen als het echt nodig is. Jassen, dekens, ... worden vooraf gesorteerd, netjes uitgestald in het center, en dan komen mensen zelf en moeten ze zelf leren kiezen. Natuurlijk worden ze hierbij begeleid want de meesten kennen hun eigen maten niet of kunnen het simpelweg niet lezen. Hopelijk komt snel de vaste plaats bij het center waar ook kleren zullen worden uitgestald en we niet langer dozen moeten maken.

Ook het kinderwerk in Romos gaat nog steeds flink door (behalve momenteel door deze interessante corona periode). De kinderen zijn nog steeds razend enthousiast en zien steeds uit naar het volgende programma.

In het Roma dorp van Orăsție gaat het vooral om persoonlijke bezoeken. Hoe kunnen we de gezinnen afzonderlijk best helpen? Tweemaal per jaar ontvangen we een grote groep studenten uit Breda, dan worden daar sowieso voedselpakketten gebracht en werken we stevig aan het verbeteren van hun huisjes. Wetende dat hun huisjes bestaan uit amper planken, klei, gordijnen, karton, ... Om even een voorbeeld te geven, met zo’n groep studenten werden eens 18 huisjes voorzien van deftige dakplaten. Geen water meer binnen in hun huisjes, wat een immens verschil voor deze mensen.

Voorlopig ligt ons hoofdfocus in Geoagiu. Dit is ook een heel groot Roma dorp met ongeveer een 300-tal kinderen. Van deze 300 gingen, tot vorig jaar (2019), amper enkelen naar school. Hier in Geoagiu wonen mensen wel in stenen huisjes, maar dat betekend echt niks. Meestal wonen ze per gezin in huisjes van 4mx4m, meestal met kapotte deuren, gebroken ramen, veelal slapen ze gewoon op de grond of enkele matrassen op de grond, als ze geluk hebben. We hebben er zelfs één gezin met dertien kinderen, zij slapen in shifts simpelweg omdat niet iedereen tegelijkertijd binnen kan.

Onze hoofdfocus ligt dus voorlopig hier in Geoagiu omdat hier onze lieve Heer ons voorzag van een gebouw met heel wat grond. Dit bouwden we ondertussen om tot een echt center waar vanalles gaande is. Dit center draagt de naam ‘Centru Inima Lui’ wat ‘Zijn Hart’ betekend. Hier in

het center hebben we ook kinderwerking zoals we hebben in Romos (ligt natuurlijk ook tijdelijk stil door corona). We hebben ondertussen heel wat kinderen die we wel in school kregen en die kinderen komen dan na school naar het huiswerk programma waar we hen samen met vrijwilligster Anca verder helpen. In de vakanties wordt dan in plaats van huiswerkbegeleiding gewoon les gegeven. Deze kinderen kunnen dit maar al te goed gebruiken, want bijna allemaal hebben/hadden ze een enorme achterstand. Dit is dan weer een extra reden waardoor ze gediscrimineerd kunnen worden op school. Deze discriminatie is jammergenoeg nog steeds een enorme strijd, want de Roma kinderen worden zelfs door de leerkrachten zelf weggepest. Samen met de kinderen keihard knokken dus. Maar al enkelen vonden hun weg naar school en zetten zich echt in. Stap voor stap...

In het center hebben we ook het naaiprogramma met de mama’s. Een aangename sfeer waarin samen dingen worden gemaakt, om die dan te verkopen. Het verdiende geld is uiteindelijk voor de mama’s bedoelt. Inzet loont. Op die manier proberen we en hopen we de mama’s een alternatief te geven in plaats van straatprostitutie.

In het dorp zelf worden, volgens de budgetten die we hebben, huisjes gebouwd, verbouwd, ramen en deuren geplaatst, kachels gekocht,... Deze financiën komen dan binnen via ons PFF-project (Pe lunca Familie Files) of door de financiële kind adoptie (PCP - Pe lunca Child Program). Ieder financieel geadopteerd kind krijgt dus maandelijks centen binnen op zijn of haar naam. Deze centen worden in de eerste plaats gebruikt om het kind in al het nodige te voorzien zodat het naar school kan en de rest wordt opgespaard om het gezin waarin het kind leeft verder te helpen. Dit is een enorme stimulans voor de ouders om hun kinderen naar school te sturen in plaats van hen te verplichten om te gaan bedelen of jonge meisjes het straat op te sturen.

Daarnaast hebben we ook een projectje PFP - Pe lunca Food Parcels. Sponsors sturen 5€ of meer en hiermee kunnen wij voedselpakketten voorzien. Deze geven we vaak wanneer een gezin in grote nood zit, tijdens de coronacrisis, voor weduwen, een voedselpakket met Kerstmis, ....

Ons hart brand van verlangen om nog verdere activiteiten uit te werken in het center (aannbiddings- en gebedsavonden, eventueel een aparte werking voor de jeugd, een activiteit voor jonge mama’s en hun kleintje, ...). We leggen het in Gods handen en zien wel wat Hij wel en niet van ons verlangt. We blijven steeds stappen zetten en zien Zijn leiding, dat blijft ons aanzetten om door te gaan. Nu natuurlijk even wachten tot dit hele virus gepasseerd is.

Dit is zo een beetje in grote lijnen wat hier zoal gaande is. We hebben ook jaarlijks verschillende groepen zoals de al eerder vernoemde groepen uit Breda. Jaarlijks hebben we ook een groep uit Amerika die een ganse week de kinderwerking invullen. We hebben ook een groep uit Roemenië zelf die zich ‘cinema op wielen’ noemt. Zij komen dan met een bestelwagen waar een groot scherm uit tevoorschijn komt en zo worden de kinderen verwent na wat spel en sport met christelijke animatie films. Niet alleen voor de kinderen, want ook de ouders zijn dan welkom om een christelijke film te bekijken. Ook hebben we vaak teams uit Engeland over de vloer die een dag intens meedraaien....

We hebben ook jaarlijks twee kampen in Varmaga, een dorpje in de bergen. Het eerst kamp organiseren we zelf en daarvoor krijgen we hulp van verschillende Roemeense jonge mensen. Dit is dan een kamp met zowel Roma als Roemeense kinderen samen, altijd heel mooi te zien hoe racisme veranderd in vriendschappen. Het tweede kamp is dan met kinderen uit twee verschillende

weeshuizen. Dit wordt georganiseerd en gefinancierd door een groep uit Nederland. Wij helpen mee als leiding en doen er zelf bakken ervaring op.

Natuurlijk is alles wat we doen nog steeds heel vurig vanuit God en voor God! Alles wat dan ook gebeurd is overgoten en doordrongen met Zijn Woord en Zijn Liefde! De afgelopen vijf jaar en half waren als een rollercoaster met heel wat hoogtes maar zeker ook met laagtes, vaak heel bangelijk en af entoe zelfs eens serieus over kop. We maakten enorme doorbraken mee, maar steeds gepaard met met enorme aanvallen vooraf. Het woord ‘aanvallen’ mag je dan ook zo letterlijk mogelijk nemen. Maar eens de doorbraak er is, overstijgt dat alles! God heeft ons al zoveel geleerd, al is het alsof hoe meer je bijleert hoe meer je nog moet bijleren. Hoe meer je begrijpt, hoe meer je begrijpt dat er nog zoveel meer is.

Één van de dingen, die ik niet kan achterwege laten, is dat God ons een paar jaar geleden begon te openbaren wat ‘geloof’ betekend. Niet zomaar geloven dat God bestaat en dat God een God van wonderen is, maar leven in de realiteit van Zijn Koninkrijk, als Zijn kinderen, als Zijn handen en voeten. We leren nog dagelijks bij en het word steeds duidelijker dat we nog zoveel meer te leren hebben. Maar sinds een paar jaar terug toen de Here dit voor het eerst begon te openbaren, hebben we al zoveel wonderen mogen meemaken. Zoveel mensen die ter plaatse genezen, een verlamde vrouw die terug liep, ogen die werden geopend,... Soms dagelijkse kost en niet alleen in de Roma dorpen, echt overal waar we gaan. Al is het op straat of in de winkel, in Roemenië of eender welk ander land, Gods Koninkrijk is ter beschikking voor Zijn kinderen. Jezus stierf niet alleen om ons op een dag de hemel in te krijgen, Hij werd gemarteld en stierf een vreselijke dood om Zijn Koninkrijk vandaag al in ons te krijgen! Petrus kreeg de sleutels en opende de poorten, wij kunnen en moeten allemaal Petrus volgen en de poorten binnen stappen, uitstappen, geloven, handelen, en zien dat onze God van wonderen nog steeds dezelfde is vandaag, gisteren en morgen!! Alle eer en glorie komt Hem toe!!