FotDeCraeneBartAnyaGezin2020 2KAMP Teo en Elly 

Stad:  Brasschaat

Land:

E-mail:

Website: www.vianova.be

Project:  Vianova

 

Wat is jullie werk?

Teo: Onze eerste verantwoordelijkheid ligt bij de BEZ-gemeente van Brasschaat waar we functioneren als voorgangersechtpaar. Zaken als spreken, bijbelstudies geven en een planning opmaken komen hierbij. Daarnaast zetel ik in de Vlaamse en de Nationale Raad van de BEZ. Elly maakt deel uit van het Vrouwencomité dat instaat voor de organisatie van de vrouwendagen en maakt deel uit van Hart Voor Vrouwen. HVV is een project van Fokkeline Maeyens (de echtgenote van Kurt Maeyens) om het contact tussen de zendingsvrouwen binnen de BEZ te stimuleren. We hebben voor elke regio in België een verantwoordelijke aangesteld die zich inzet voor de vrouwen uit diezelfde regio. Gebed staat hierin centraal.

Hoe ziet zo’n werkdag van jullie eruit?

Teo: In de ochtend bekijk ik eerst mijn e-mails. Vervolgens ga ik na wat er voor die dag op de planning staat; bijvoorbeeld voorbereidingen voor Bijbelstudies en preken, bezoeken brengen aan de gemeenteleden, betrokken zijn bij zaken die in de gemeente moeten georganiseerd worden, vergaderingen bijwonen,.. Zo’n zaken vullen onze dagen dus.

Elly: als Teo bezig, is doe ik het huishouden, maar dat gebeurt ook omgekeerd, ik heb ook mijn taken in de gemeente.

Is zending deze dagen nog relevant?

Teo: Ik ben niet zo zeer een evangelist, Elly doet dat gemakkelijker. Maar wij staan duidelijk op het tweede plan, namelijk er zijn voor de gemeenteleden en de nieuwsgierigen die onze kerk komen binnenwandelen. We nemen met hen een heel traject door. Je ziet vervolgens hun levens veranderen en hen betrokken raken bij de kerk.

Moet een moderne kerk deze dagen ook bezig zijn met PR?

Teo: Ik denk dat dit afhangt van wat je kan, waar je gaven liggen. Ik heb elf jaar de PR gedaan voor de BEZ. Ik ben hier uiteraard niet voltijds meer met bezig, maar als het nodig is dan doe ik dat wel.

Hoe zijn jullie in België terechtgekomen?

Teo: Mijn vader raakte eind jaren vijftig betrokken bij het Kinderhuis in Genk. Als kind ging ik mee met mijn vader op bezoek. Later toen ik een tiener was ging ik zelf op zoek naar het geloof. In die periode waren we net op vakantie in het Kinderhuis en vond er een evangelisatieactie onder leiding van Johan Lukasse in Genk plaats. Ik nam hieraan deel, deze actie heeft in mijn geestelijk leven een grote verandering veroorzaakt. Het verlangen om te evangeliseren groeide in mij. Ik volgde een driejarige opleiding aan de bijbelschool in Nederland en liep stage in een boekenwinkel van Youth For Christ. Dat vond ik erg fijn. Evangeliseren met een boek in mijn handen. Na mijn studie zocht ik met Elly, we waren inmiddels getrouwd, naar een job in een evangelische boekenwinkel. Johan Lukasse, de toenmalige directeur van de BEZ, vroeg ons toen om een boekenwinkel in Kortrijk op te starten. Zo is ons België-avontuur begonnen.

Elly: België is een plaats waar wij als Zeeuws-Vlamingen geen oog voor hadden, maar God heeft ons hierin wel bevestiging gegeven. Ook Anneke Schellevis, onze collega in de boekenwinkel van de BEZ zei tegen ons: “Als je in België wilt werken, moet je ook leren houden van de Belgen”, en dat is ons ook gelukt. Ik kom uit een marktkramersfamilie. Ik stond regelmatig samen met mijn vader mee op de markt en ontdekte dat het me wel ligt om met mensen om te gaan. Dus ondanks dat een boekenwinkel runnen helemaal niet gepland was, merkte ik dat het sociale me erg af ging. Onze loopbaan doorheen Het Goede Boek startte uiteindelijk zo in de boekenwinkel van Kortrijk. Een periode waar ik in tussentijd beviel van drie kinderen.

Teo: We werkten in de boekenwinkel, daarnaast waren we voorgangersechtpaar  in de VEG-kerk van Oostrozebeke en tenslotte gaf ik godsdienstles. Na een jaar werd dit te druk en gaf ik het lesgeven op. In totaal hebben we zes jaar in Kortrijk gewerkt.

Elly: Wij organiseerden ook de gemeentekringen. Nu zeg je van ja jullie doen een gemeentekring, welke kerk doet dat niet. Maar toen was dat niet vanzelfsprekend, iedereen woonde zo verspreid. Intussen leerden we ontzettend veel mensen kennen.

Wat deden jullie na de periode in Kortrijk?

Elly: Wegens de drukte moesten we een keuze maken tussen het gemeentewerk en de boekenwinkel, we kozen toen voor het tweede en verhuisden naar Turnhout. Toen we in Turnhout kwamen heb ik een jaar de administratie voor de boekenwinkel gedaan. Een jaar later ben ik van onze vierde bevallen en besloot ik thuis te blijven. Teo deed de boekenwinkel. In 1984 nam Teo de verantwoordelijkheid van de hele organisatie van Het Goede Boek op hem. Drie jaar later verhuisden we naar Leuven en namen we opnieuw de plaatselijke boekenwinkel op ons. Wat later kwam er een echtpaar aan wie we deze boekenwinkel konden overdragen. Toen onze jongste zes jaar werd begon ik weer een dag per week in de boekenwinkel te werken. Elke keer er iemand ziek werd, viel ik in.

Teo: De BEZ was al lang op zoek naar iemand voor de Nederlandse Public Relations en zodoende ben ik op het kantoor van Brussel aan de slag gegaan. Ik genoot erg van dit werk. Dat heb ik elf jaar gedaan. De verantwoordelijkheid voor de boekenwinkels ging in die tijd over naar een directieraad. Na die periode waren we op zoek naar een nieuwe werkmogelijkheid voor ons als echtpaar. God maakte ons toen duidelijk om in Brasschaat te werken. In 2002 kwamen we hier dan aan.

Hoe was dat voor de kinderen?

Elly: Op dat moment woonden er nog twee bij ons. Na de herfstvakantie moesten ze door de verhuis van Leuven naar Hoevenen van school overstappen, dat was heel moeilijk voor hen. Ze werden niet geaccepteerd, ze vielen midden in het schooljaar in. Maar na een jaar werd het heel anders voor hen. In hun geloofsleven heeft het heel veel verandering teweeggebracht. Ze zagen dat ook in moeilijke situaties God dichtbij was, beiden vonden toen ook in de nieuwe kerk van Brasschaat een partner.

 

Hoe zit het met jullie inkomen?

Teo: Wij komen uit een traditionele protestantse kerk uit Nederland waar totaal geen visie is voor zending en zeker niet voor België. Daar een vriendenkring opbouwen leek absoluut niet mogelijk. Maar in de loop van de jaren heeft God voor vier gemeenten in Nederland gezorgd die ons al die jaren hebben ondersteund en nog steeds doen. God heeft altijd op een bijzondere manier voor ons gezorgd.

Elly: En eigenlijk wil ik het ook niet anders; van giften leven is zo speciaal. Je bent afhankelijk en die afhankelijkheid brengt heel veel zegen met zich mee.

Is België een zendingsland?Teo: In 1982 stelden we onszelf ook die vraag. In Zwitserland was er toen een grote conferentie (Mission) waar ik naartoe ging met een collega-voorganger. Ik kwam daar tot de ontdekking dat in de echte stereotype-zendingslanden als Indian ge en Pakistan percentagegewijs meer christenen zijn dan in België. Toen bedacht ik bij mijzelf wij zijn hier in België absoluut op onze plaats. Aan die situatie is geen verandering gekomen. Daarom zijn we nog altijd hier om de mensen te vertellen hoeveel God van hen houdt en wat Jezus voor hen gedaan heeft.