FotDeCraeneBartAnyaGezin2020 2VAN DORP Henk en Trijnie 

Stad:  Brakel

Land:

E-mail: www.vianova.be

Website:

Project:  Vianova

 

Henk en Trijnie van Dorp zijn al dertig jaar als gemeentestichters actief in België. Nu in Brakel, daarvoor in Geraardsbergen. Trijnie groeide op in een bapistengezin in het noorden van Nederland. Ze heeft een tweelingzus, en verder nog een broer en een zus. Door haar opvoeding kwam ze al vroeg in contact met het geloof en op 12-jarige leeftijd maakte ze zelf een keuze voor de Heer. Henk kwam van jongs af aan in de Nederlands Hervormde kerk in Rijnsaterwoude, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Een klein dorp waar iedereen elkaar kende, waar zijn vader melkboer was en zijn moeder een kruidenierswinkel openhield. De kinderen hielpen na school mee in de zaak.Henk en Trijnie van Dorp zijn al dertig jaar als gemeentestichters actief in België. Nu in Brakel, daarvoor in Geraardsbergen. Trijnie groeide op in een bapistengezin in het noorden van Nederland. Ze heeft een tweelingzus, en verder nog een broer en een zus. Door haar opvoeding kwam ze al vroeg in contact met het geloof en op 12-jarige leeftijd maakte ze zelf een keuze voor de Heer. Henk kwam van jongs af aan in de Nederlands Hervormde kerk in Rijnsaterwoude, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Een klein dorp waar iedereen elkaar kende, waar zijn vader melkboer was en zijn moeder een kruidenierswinkel openhield. De kinderen hielpen na school mee in de zaak.

Henk, wilde  je al vroeg gemeenten beginnen stichten?Henk: ‘Ik ben gelovig opgegroeid maar in de tienerleeftijd was dat niet allemaal meer   vanzelfsprekend, ik stelde van alles in vraag. In die periode kwam ik andere jongelui tegen die voor wie het geloof in hun leven veel reëler en persoonlijker was . Ze nodigden mij uit om mee te  gaan naar een koffiebar, een interkerkelijk gebeuren voor jongeren waar over het geloof werd gesproken. Op een van die avonden las iemand Openbaring 3 vers 20 voor, en dat was een antwoord op mijn onbewust zoeken. Ik realiseerde mij dat dit hetgeen was dat ik nodig had. Zonder dat iemand het wist ben ik die avond voor mijn bed geknield en bad tot God en vroeg hem mijn leven binnen te komen. Beetje bij beetje merkte ik ook verandering, er kwam rust in mijn hart. Ik koos voor een opleiding in de Evangelische Bijbelschool van Doorn’.

Ben je ook naar de bijbelschool geweest, Trijnie?‘Ik had al heel lang het verlangen om de zending in te gaan. Dan is het ook belangrijk dat je een opleiding hebt en meer van de Bijbel weet. Dus ging ik naar de bijbelschool en daar ontmoette ik dan Henk’. Die ook de zending in wilde?Henk: Toen de Bijbel voor mij zo ging spreken en ik daar het antwoord had gevonden voor mijn leven, groeide heel sterk het verlangen om datzelfde door te geven aan andere mensen. Ik ging naar de bijbelschool om op een of andere manier die boodschap door te geven. Op een zendingsnamiddag tijdens de opleiding presenteerden allerlei zendingsorganisaties zich daar. Het was ook goed dat werkers van het veld hun verhaal deden en de mogelijkheden van zo’n land aanboden. Daar kwam ook iemand van de Belgische Evangelische Zending. Ik voelde me nog niet klaar om direct voorganger te worden, maar wilde wel graag deelnemen aan een jaarteam. We werden door de BEZ uitgenodigd in West-Vlaanderen, in Roeselare en Izegem, op het schepenteam. Tijdens de treinreis daarheen was er een schoolklas. Hoe ik het gedurfd heb weet ik nog niet maar we zijn daar gaan evangeliseren. We hebben het schetsbord uitgepakt en ik heb daarop zitten schilderen. Op een gegeven moment zong heel die trein: ‘Ik heb Jezus nodig, heel mijn leven, ik heb Jezus nodig, dag aan dag’. Dat was voor ons een enorme bemoediging en een bevestiging. Ik denk dat de Here iets aan het voorbereiden was. Later volgden er gesprekken met Leslie Message en ook met Wilfried Goossens. Van de zomer 1985 tot de zomer 1987 heb ik twee jaar stage gedaan onder Wilfried. Er zijn niet echt zoveel echte Vlaamse gemeentestichters. Zijn aanpak was ook van: begin maar met iets waarbij je je op je gemak voelt, en langzamerhand vertrouwde hij me meer taken toe. Zo af en toe de zangleiding, preken, Bijbelstudie. Maar niet te snel, gewoon ontwikkelen. En zo ontdekte ik langzamerhand mijn gaven, mijn sterke kanten. En evangelisatie was daar absoluut een van. Ik ben dan in Geraardsbergen gebleven’.
Trijnie: ‘Ik wou vroeger in het Kinderhuis in Genk werken zodat ik dichter bij Henk in Geraardsbergen kon zijn. Onze dominee adviseerde ons toen dat het toch verstandig was om een jaar langer in Nederland te werken zodat we geld opzij konden leggen’.


Vanuit Nederland naar België verhuizen is niet zo moeilijk. Aan een andere cultuur gewend raken, is een heel andere zaak. Het feit dat het percentage christenen in Vlaanderen een stuk lager ligt dan bij onze Noorderburen, maakt de situatie ook heel anders. Dat het land overwegend Rooms-katholiek is, in tegenstelling tot het overwegend Protestantse Nederland is ook zo’n verschil.  Een ook op sociaal vlak: hier lopen de buren ook niet zo gemakkelijk binnen om eens kennis te maken. Maar aan het tuinhek kan er soms urenlang gebabbeld worden. Er zijn natuurlijk ook de positieve verschillen, zaken waarin Vlaanderen beter is dan Nederland.

Waarom Brakel?Henk: 'We zijn gaan bidden voor Brakel omdat daar nog nauwelijks iets gebeurd was. Vanuit de kerk van Oudenaarde was er al eerder een poging gedaan maar dat had nog niet echt resultaat opgeleverd. Brakel, Lierde, Zwalm …. Het is een gebied van 17 à 18000 mensen, landelijker als dan Geraardsbergen maar toch een streek met veel inwoners. Dus dit is het gebied dat we nu proberen te bereiken'.


Zitten jullie nog steeds in de fase van stichten?Henk: 'We zijn stilaan in de volgende fase aan het komen. Doordat het gebied landelijk is, bleek de drempel toch hoog waardoor we lang in de stichtingsfase bleven. Waar een stadsmentaliteit is letten mensen minder op elkaar. Op het platteland weet iedereen alles van elkaar. Dus het ging niet zo snel dan als (volgens mij is het hier ‘als’?) we hoopten; er moest erg veel geïnvesteerd worden in het opbouwen van relaties. Dus we hebben heel veel contacten gemaakt in de afgelopen jaren, maar die durfden jammer genoeg niet snel de stap te zetten naar de gemeente. We zijn dus eerst onder ons 'geboortegewicht' gezakt - het aantal leden nam wat af, maar nu 13 jaar verder, en zeker het laatste jaar is er duidelijk schot in de zaak gekomen. Elke zondag zijn er naast de gewone vast groep nieuwe contacten in de dienst die blijven terugkomen. We zijn dus nu in een volgende fase terechtgekomen waarin we meer met gemeenteopbouw kunnen bezig zijn'. 


Blijven jullie in Brakel?'De laatste tijd stellen we ons die vraag: hoelang zullen we hier nog zijn, wat verlangt God van ons? Nu, het duurt heel wat jaren, zeker als Nederlander om geaccepteerd te worden, dus als we nu helemaal naar de andere kant van het land verhuizen, neemt dat weer zoveel jaar in beslag. Dus ik vermoed dat God bedoelt dat we  in deze buurt blijven werken. Maar ik merk wel dat mijn bediening de laatste jaren voor een deel verschoven is. Ik ben ook meer bezig met onderwijs, zo geef ik al jaren les op de Evangelische Toerustingsschool (ETS) en dat doe ik heel graag'. 


Zendeling zijn en tegelijk een opgroeiend gezin hebben, het is niet altijd gemakkelijk. De kinderen volgen het werk van dichtbij, weten wie er komt en er gaat. Ze zien dat hun ouders druk bezig zijn en dragen daar soms ook wel de gevolgen van. Dat hun ouders van giften moeten leven, realiseren ze zich wellicht niet vaak, maar het gezin moet natuurlijk wel rondkomen. Toch hebben de kinderen van Henk en Trijnie hun kindertijd als positief ervaren en hebben ze alledrie voor God gekozen. 
Trijnie: 'Christiaan, onze oudste zoon, zei wel eens dat hij het moeilijk had dat papa zo vaak weg was, maar als hij dan zag wat er gebeurde, dan vond hij dat wel heel mooi om de gemeente te zien groeien. Ik was dankbaar om dat van onze zoon te horen, want ik geloof dat er gezinnen zijn in dezelfde situatie waar er wel schade is ontstaan. Fouten maken we natuurlijk allemaal, en ik denk dat we die ook gemaakt hebben. Dingen ook waar je je vragen bij kunt stellen: ik heb wel eens pampers vervangen met de telefoon in de hand, omdat er zoveel dingen tegelijk moesten gebeuren. Als we terugkwamen na een vakantie, dan waren er soms wel 20 telefoongesprekken de eerste dag. Maar uiteindelijk vind je daar je weg wel in en komt er een balans'.


Hoe gaan jullie als echtpaar om met de tegenslagen in het werk?Henk: ‘We hebben eens een preek gehoord van een collega-werker die vertelde hoe hij omging met geestelijke strijd. Dat heeft ons er toe aangezet om concreet gebedsondersteuners te zoeken. Een aantal mensen heeft toen beloofd om heel regelmatig voor ons te bidden. We sturen elke maand naar enkele mensen een heel specifieke gebedsbrief. Heel vertrouwelijk en de mensen beloven de dingen die er in staan alleen maar met de Heer te bespreken. Natuurlijk, we weten al lang dat gebed een belangrijk wapen is in de geestelijke strijd, maar dit zijn cruciale dingen. We raden ook iedereen aan om geestelijke ondersteuning te zoeken'. 
Hebben jullie België, of meer specifiek Vlaanderen, zien veranderen sinds jullie hier gekomen zijn?Henk: ‘Alleen al de neergang van de Rooms-katholieke kerk is opvallend geweest. De invloed van de kerk op de mensen is verminderd, en ook de familiebanden wegen niet meer zo zwaar. De eerste 10 jaar was het zo dat als je met een jongere in contact kwam en je probeerde nazorg te doen: als je dan aan de deur kwam, dan keken de ouders je weg. Maar als je nu ziet hoe gemakkelijk we de jeugd bereiken met acties zoals Sportquest, dat is een heel verschil. Tegenwoordig zijn ouders juist heel blij als hun kinderen  naar ons komen, omdat we ze nog een aantal normen en waarden bijbrengen. We worden niet meer als iets sektarisch bekeken'. Trijnie: 'Ik heb het idee dat veel mensen die nu nog naar de katholieke kerk gaan – na alles wat er daar gebeurd is – ook echt oprecht geloven. Toen we hier kwamen, waren de mensen allemaal wel heel katholiek, maar het was vaak plichtmatig. Toch zijn de meeste mensen vandaag zijn niet meer geïnteresseerd in geloof, dus het is zeker niet gemakkelijker geworden. Er is veel onverschilligheid. We hebben in ieder geval toch tijden gekend dat de mensen veel opener waren voor de boodschap'. 
In sommige landen lijkt zendingswerk gemakkelijk te zijn en komen de resultaten schijnbaar van zelf. Het is natuurlijk altijd leuk om nieuwsbrieven te kunnen schrijven waarin keer op keer van nieuwe bekeerlingen sprake is. In Vlaanderen zijn dat de uitzonderingen. Niet zo simpel als je de dingen graag vooruit ziet gaan. Soms ook wel moeilijk om uit te leggen aan de achterban. Daar kan men zich soms afvragen wat de zendelingen eigenlijk aan het doen zijn. En is het werk ook wel bevredigend, ook als 'de massa' niet direct wordt aangesproken?


Henk: 'Ik ben een optimist, en ik denk om in België ‘in het evangelie’ werkzaam te zijn, je een grote optimist moet zijn. Maar positief is dat je vandaag gemakkelijker jonge mensen kunt bereiken. Oudere mensen ook, maar het is tegenwoordig vooral de middengroep die moeilijk ligt. Ze zijn zo druk en zitten vast in de mallemolen van het leven. De maatschappij stelt veel eisen. Maar over het algemeen zou ik zeggen: iedere tijd heeft andere kansen. Toch is  onverschilligheid moeilijker dan tegenstand. Intussen hopen en bidden we dat er nieuwe deuren mogen opengaan. Misschien juist door de tijden van crisis. Niet dat we naar de crisis verlangen, maar het zou kunnen dat God daar inderdaad nieuwe wegen mee opent'Trijnie: 'Ben je tevreden als er vijf tot geloof komen, of alleen als het er honderd zijn. Het is heel betrekkelijk. Je leert heel blij zijn met één en dat is al bevredigend genoeg'.Henk: 'In het Johannesevangelie zie ik dat Jezus vaak ontmoetingen had met 1 persoon; denk maar aan Nicodemus of de Samartiaanse vrouw. Hun levens werden door het gesprek met Hem veranderd. Natuurlijk, we zouden graag groter getallen zien en veel grote dingen. En we mogen die ook verwachten – soms zijn we te kleingelovig – maar als je ziet wat God kan doen in 1 mensenleven, dan is dat ook geweldig. Ik kan daar zelfs emotioneel van worden. Maar het werk vraagt vaak veel geduld'.

Hoe ging het eigenlijk voor jullie om van giften te leven?Henk: 'Het proces om van giften te leven is heel langzaam aan verlopen. Na een jaar stage trouwden we en kwam Trijnie hier wonen en moest er voor twee een inkomen zijn. Vandaag de dag vraagt de BEZ dat 80 procent van je inkomen rond moet zijn vooraleer je aangenomen kan worden(en de reden daarvoor is ook goed te verdedigen). Vroeger was dat voor ons gelukkig niet zo'.


Jullie zijn zendeling in België. In hoeverre kun je ons land een zendingsland noemen? De kerk heeft hier toch een grote invloed heeft en iedereen weet wat het christendom is…Henk: 'Iemand die in twijfel trekt dat dit een zendingsveld is, kent de feiten niet. Natuurlijk als je de kerkelijke kaart of de religiositeit beschouwt, dan lijkt het niet zo. Maar als je kijkt naar ‘wedergeboren mensen’ – en dat is natuurlijk veel moeilijker om te 'meten' – dan is het plaatje heel anders. Vroeger werd er in zendingskringen veel gesproken over het 10/40-venster, waarbinnen je veel moslimlanden vindt, maar nu hebben de zendingsdeskundigen een andere rechthoek gezien. Vooral de landen met een traditioneel Rooms-katholieke achtergrond (hier in West-Europa)vind  je daarin. En hoewel het waar is dat de katholieke kerk veranderd is, en we met degenen die daar blijven soms een nauwere band op persoonlijk vlak hebben, moet je je realiseren dat er wel een sfeerverandering is, maar nog geen leerverandering. Op dat laatste vlak zijn de verschillen nog groot. België is samen met landen als Oostenrijk, Spanje, Portugal, Ierland, Italië en nog een aantal landen een van de minst beëvangeliseerde landen. Het heeft daar ook heel lang geduurd voordat de mensen zelf (van de kerkelijke overheid) de Bijbel mochten lezen. En toen ze hem begonnen te lezen, kregen ze te horen dat ze niet alles – zoals de wonderen - al te letterlijk moesten nemen. Vaak kennen de mensen het evangelie nog niet. Vandaar dat ik heel graag in vijf avonden de basiszaken uitleg'. 


Jullie werken al 30 jaar in België en jullie worden op een bepaald ouder. Zijn er op termijn jongeren die jullie taken kunnen overnemen?'Dat is ook binnen de BEZ een grote zorg. We zien te weinig jonge mensen die in gemeentestichtend werk terecht komen. Daaraan werken is een speerpunt voor de toekomst. We zijn een geloofszending en mensen die voor de BEZ werken, moeten zelf hun achterban bijeenzoeken die voor hun inkomen zorgt. Mensen die uit het buitenland komen, vinden vaak gemakkelijker support, maar Vlamingen die in eigen land werken, vinden veel moeilijker ondersteuning. Ik hoop dat de Vlaamse gemeenten die mensen meer en meer gaan ondersteunen. Jammer genoeg moeten soms werkers stoppen omdat hun support niet rond komt. We moeten hier leren investeren in de dingen van Gods koninkrijk. Dat is beter dan alles op de bank te zetten voor later'.