Blog Maesen Ward en Kimberley

 

FotDeCraeneBartAnyaGezin2020 2MAESEN Ward en Kimberley 

Stad:  ergens in Limburg

Land: België

E-mail:

Website:

Project:  Belgian Mission Team

 

De een reist als zendeling naar het andere eind van de wereld, de ander ziet zijn eigen omgeving als een groot zendingsveld. De uit Limburg afkomstige Ward Maesen combineert de beide: een groot deel van de tijd brengt hij door op de basis van Jeugd met een Opdracht in Brussel, maar van tijd tot tijd vertrekt hij op reis. Zo bezocht hij al verschillende malen Oost Europese landen zoals Letland en Bulgarije. Plannen heeft hij in ieder geval genoeg. Zo droomt hij er samen met zijn vrouw Kimberley van om mensen aan de rand van de samenleving nieuwe kansen te geven. En eigenlijk was het geloof voor hemzelf ook een tweede kans…De een reist als zendeling naar het andere eind van de wereld, de ander ziet zijn eigen omgeving als een groot zendingsveld. De uit Limburg afkomstige Ward Maesen combineert de beide: een groot deel van de tijd brengt hij door op de basis van Jeugd met een Opdracht in Brussel, maar van tijd tot tijd vertrekt hij op reis. Zo bezocht hij al verschillende malen Oost Europese landen zoals Letland en Bulgarije. Plannen heeft hij in ieder geval genoeg. Zo droomt hij er samen met zijn vrouw Kimberley van om mensen aan de rand van de samenleving nieuwe kansen te geven. En eigenlijk was het geloof voor hemzelf ook een tweede kans…

Ward groeide op in een christelijk gezin en de kerk had weinig geheimen voor hem. Toch hield hij het rond z’n 15e jaar voor bekeken en was hij op zondagmorgen niet meer in de samenkomst te vinden. Zijn grote hobby was paardrijden en de wedstrijden vonden vaak om zondag plaats. Het ideale excuus om niet naar de dienst te gaan … 
Tien jaar lang stond het geloof van Ward op een laag pitje en was de maatschappelijke carrière belangrijker: “Ik had een goede job en een goed loon, maar ik kwam financieel nooit rond. Op een bepaald moment had ik redelijk wat schulden en kwam ik tot de conclusie dat het zo niet verder kon. Mijn levensstijl was verkeerd en daarom begon ik terug naar God te zoeken. Ik vroeg God: als dit het leven niet is, wat wilt er dan mee? Vrienden hebben mij toen mee naar de kerk genomen – eigenlijk had ik geen keuze. De eerste keer ben ik al zwetend terug binnen gestapt. Vreemd, want ik had zeker geen marginaal leven, ik zat niet vast aan verslavingen en dat soort dingen. Uiteindelijk had ik toch altijd vastgehouden aan de normen en waarden die ik had meegekregen”. 

Waarom kiest iemand met een goede job en dito inkomen voor een onzekere taak in de zending? Ward: “Een stukje leegte in mijn hart. ’s Morgens opstaan, naar het werk gaan, ’s avonds terug thuis komen … ik vroeg me af of het leven niet meer te bieden had dan dat. Ik had een vak geleerd – ik ben timmerman – en ik had alle vrijheid op mijn werk, maar voor mij was dat niet voldoende. Ik wilde mijn talenten voor God gebruiken. Ik ben ervoor beginnen bidden”. 

Zending was geen onbekend begrip voor Ward. Al tijdens zijn jaren op de middelbare Don Bosco-school was hij met zijn klas naar Roemenië geweest om te helpen een weeshuis te verbouwen. “Dat heeft me aangeraakt en ik herinner me de tijd dat ik daar was nog volledig. Het was heel praktisch werk en dat doe ik nu ook”.

Na zijn ‘terugkeer’ naar God wilde Ward zijn geloof verdiepen en volgde hij een DTW -  de weekendversie van de Discipleship Training School van Jeugd met een Opdracht. De volgende stap was een volledige DTS in Nederland. Het werk van JmeO liet hem niet los, en hij besloot zich in te zetten voor het werk in Brussel. Vooral het praktische werk sprak hem aan: vrachtwagens naar Letland sturen, met teams naar dat land vertrekken om kleding uit te delen. Voedselpakketten verstrekken en dat soort zaken… Als hij zichzelf tegenwoordig moet voorstellen aan buitenstaanders, dan noemt hij zich een moderne versie van een missionaris. Zendeling zijn geeft een enorme voldoening, maar op financieel vlak ligt het plaatje nu heel anders dan in de tijd dat hij een goedbetaalde job had. “Financieel is het niet gemakkelijk, maar nu heb ik wel voldoening. Met weinig geld rondkomen blijft een uitdaging, maar ik wil niet meer ruilen met vroeger. Toch zijn er momenten dat ik wel eens twijfel. Het tweede kindje komt er aan, en het inkomen dat ik heb, is amper voldoende om er de huur mee te betalen. Dan bid ik tot God: wat moet ik doen? Mijn verantwoordelijkheid is mijn gezin, moet ik geen job gaan zoeken? Maar dikwijls komt er een bemoediging. Ik ben afhankelijk van sponsors  Mensen begrijpen vaak niet wat het is om zendeling te zijn in eigen land. Ze vinden het logischer om een gewone job te hebben en dan wat dingenvoor God doen buiten de uren. Steun vinden om in eigen land te werken is een stuk moeilijker dan wanneer je naar het buitenland gaat. Maar ik doe dit nu al zes jaar: ik heb niets op mijn spaarrekening staan, maar ik heb ook niets te kort…” Ward werkt niet alleen aan praktische taken bij Jeugd met een Opdracht, hij heeft ook verantwoordelijkheden bij de Discipelschaps Training School. Op een van die DTS-en kwam hij zijn aanstaande vrouw tegen: niet evident, want zij was studente en hij was leider. Vooral tijdens een outreach naar Bulgarije werd het duidelijk dat Kimberley zijn vrouw zou worden. Ward: “Ik heb tegen God gezegd: als dit mijn vrouw gaat worden, dan ga ik wel wat vragen stellen, want ik ben op een leeftijd gekomen dat ik er niet zomaar mee wil spelen. Ik wilde de focus vooral op de DTS houden en in die tijd ben ik – denk ik –een strengere mentor voor haar geweest dan voor de anderen. We hebben elkaar op korte tijd heel goed leren kennen, en na de cursus zijn we eigenlijk vrij snel getrouwd”.

Terwijl Ward zich inzet op de Brusselse basis van Jeugd met een Opdracht, werkt Kimberley drie dagen per week als kapster. Het beroep is niet toevallig gekozen: “We hebben plannen om een eigen kapsalon op te starten met de bedoeling om ook een kapperschool te zijn. We hopen dan vrouwen die uit de prostitutie stappen de kans te kunnen geven om een nieuwe job te leren en werkervaring op te doen. Dat is een belangrijk pluspunt voor hun verdere leven. We willen ze ook een plaats bieden waar ze zich veilig voelen en waar ze tot rust kunnen komen. Dat is het idee er achter …”

Is prostitutie ook niet een kwestie van mensenhandel uit bijvoorbeeld Oost Europa?“De vrouwen die hier in de prostitutie zitten, komen in de meeste gevallen uit Oost Europa. Ik denk dat 80 procent hier door pooiers gedwongen in de prostitutie zit, en 20 procent omdat ze financiële problemen hebben – en eigenlijk zijn die dus ook gedwongen”.

Kun je iets voor die vrouwen doen? “Als we er naar toe gaan, dan bestaat ons team voornamelijk uit vrouwen – als man moet je toch voorzichtig zijn. We gaan voornamelijk in gesprek met de prostituees We hebben ook wel eens een verjaardagsfeestje georganiseerd voor een van die vrouwen. Gewoon door er te zijn, kan je al een belangrijk signaal geven. Met ze spreken, ze in hun gezicht aankijken en niet naar de rest van hun lichaam kijken, zoals de meeste mannen doen. Voor hen is het al een hele ervaring om op een gewoon gesprek met een man te hebben – op die manier verandert ook het beeld dat ze van mannen hebben. Ik denk dat ze het beeld van het Vaderhart van God nodig hebben en daarvan kan ik ook een getuige zijn. Ik zeg ook vanaf het begin dat ik een christen ben”.

Kerk zijn is voor Ward meer dan een zondagsdienst en een bijbelstudie ergens in de week. Hij ziet de bediening van de gemeente veel ruimer, al beseft hij dat de meeste leden van de kerk een full-time job hebben en dat er dan niet veel tijd overblijft. Hij hoopt dus van harte dat er meer geld beschikbaar komt, zodat mensen in dienst genomen kunnen worden. Op die manier zouden kerken nog veel meer kunnen dienen. 

Zou je niet liever een zendeling zijn in de zin dat je evangeliseert en een gemeente opstart? Ward: “Soms heb ik wel het idee dat we hier nog een kerk gaan opstarten, maar dan een kerk voor daklozen. Ik zie dat de meeste bestaande kerken niet klaar zijn om daklozen te ontvangen. Vaak is er veel veroordeling binnen de kerk. Daklozen worden eerder vreemd bekeken dan welkom geheten. Ik neem dat niemand kwalijk, maar het is een feit. Als wij er in zouden slagen om de daklozen een plaats aan te bieden waar ze God kunnen leren kennen, en christen worden, dan kunnen ze ook een heel ander leven gaan leiden. Dat is wel een verlangen en daarom hebben we ook een Belgium Mission Team opgericht. Daar valt ook de voedselbedeling onder en het werk in Oost Europa”.

Wat de toekomst betreft, heeft Ward al heel wat ideeën uitgewerkt op een groot stuk papier. Het laat zien wat zijn dromen en ideeën zijn. “We hebben de visie om een groot magazijn te hebben. Daar willen we voedsel opslaan, kleding en meubelen verzamelen.  Een plaats waar we ook kunnen uitzoeken en sorteren. We willen dan ook daklozen van de straat halen om ze hier te werk te stellen en dan iedere morgen samen met hen te bidden en hen over God te vertellen – in de hoop dat ze zo tot bekering komen. Misschien kunnen we met dat magazijn ook andere christelijke organisaties ondersteunen. Er zijn er nog die iets willen doen voor gezinnen, en wij kunnen ze dan bijvoorbeeld van meubels voorzien. Ergens is het soort kringwinkel, maar dan vooral ook gericht op andere organisaties – mensen kunnen hier niet zomaar komen shoppen”.

De problematiek van de daklozen laat Ward niet los. Want ook al ligt de basis van Jeugd met een Opdracht dicht bij het jubelpark en dus ook niet zo ver van de Europese wijk, ook daar zijn daklozen niet ver weg: “Ik moet maar 50 meter verder gaan en ik kom al daklozen tegen. Natuurlijk, de ene dakloze is de andere niet. Sommige bedelaars op straat horen bij de Oosteuropese maffia, maar er zijn ook genoeg bedelaars die echt heel arm zijn. Dat zijn meestal Belgen en je herkent de echte bedelaar doordat die blij is als je hen wat eten toestopt. Ik wil geen geld aan de maffia geven …”

De nood in Brussel is groot – we kunnen ons dat in het welvarende Vlaanderen eigenlijk niet voorstellen. Er zijn daklozen die gewoon op straat slapen of ergens onder een brug. Soms gaat het over gezinnen met kinderen. Tegelijk wil Ward de problematiek in Oost Europa niet uit het oog verliezen. Hij denkt dan aan Bulgarije, maar evenzeer aan Letland – een land waar hij intussen al vaak geweest is. “In 2010 ben ik voor het eerst met Jeugd met een Opdracht naar Letland gegaan. Het was een internationale groep en ik was er de eerste en enigste Belg. Ik was gelijk overtuigd dat ik de volgende keer met een heel Belgisch team moest komen. Het jaar daarop vertrokken we dus met 8 of 9 man. Intussen hebben we al een team van 18 mensen bij elkaar”.

Wat doe je eigenlijk dan in Letland? “We bezorgen voedselpakketten en we evangeliseren. We werken samen met de plaatselijke ‘OCMW’: zij geven ons adressen van mensen die zo’n pakket nodig hebben. Als we dat dan afleveren, dan komen we ook op bezoek bij die mensen en spreken we met hen. We leggen uit wie we zijn en wat we doen en we vragen ook of we met ze mogen bidden. Als we daar dan voor een week zijn, dan komen er meestal wel tussen de 150 en 200 mensen tot bekering. Dat is anders als hier: de mensen zijn er ook erg open. Er is veel nood, dus willen de mensen graag luisteren. We werken samen met de lokale kerken, maar er is vier jaar geleden ook een nieuwe kerk gestart. Van de ene op de andere dag was daar dan een kerk van zo’n 80 mensen”.

Ward: “Mijn hart ligt in Oost Europa, maar mijn hart ligt ook hier. Hier zijn ook veel Oosteuropeanen die op straat slapen. Ze behoren zeker niet allemaal bij de maffia. Er zijn er ook veel die ze gezegd hebben dat het in het Westen goed is en die hier aankomen en niets hebben. Tegelijk zijn ze alles kwijt wat ze in Oost Europa hadden opgebouwd. Ik wil de mensen helpen en dienen in Gods Koninkrijk, waar dan ook. Dat kan in  Bulgarije zijn, maar ook in Letland of Roemenië – maar zolang er hier in Brussel ook een taak ligt, zullen we nog niet naar Oost Europa verhuizen”.